Gisteren zijn door Tweede Kamerlid Betty de Boer (VVD) kamervragen gesteld over de situatie bij bij spoorbeheerder ProRail, naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf van afgelopen vrijdag. In het artikel in de Telegraaf werd een overzicht gegeven van het aantal treinstoringen op het spoor, gebaseerd op de jaarlijkse statistieken van Rijdendetreinen.nl. Uit de cijfers van Rijdendetreinen.nl bleek dat het aantal treinstoringen in 2013 (ongeacht oorzaak) met ruim 25% was toegenomen ten opzichte van 2011. Uitgebreide statistieken per jaar en maand zijn te vinden op de pagina http://www.rijdendetreinen.nl/statistieken.
De cijfers van Rijdendetreinen.nl zijn gebaseerd op de storingsmeldingen in de reisinformatie van NS (dus de website van NS, apps, enzovoorts). NS maakt voor iedere storing die impact heeft op de treindienst een storingsbericht aan. Al deze storingen zijn terug te vinden in het archief met treinstoringen op Rijdendetreinen.nl. De gegevens die Rijdendetreinen.nl verzamelt en de statistieken die worden uitgerekend zijn dus objectief en op basis van de gegevens die NS zelf verspreidt. (Zie ook: Hoe werkt Rijden de Treinen.nl)
Zoals in de kamervragen te lezen is stroken de bevindingen van Rijdendetreinen niet met de cijfers die door ProRail verstrekt worden. Uiteraard moeten de vragen nog door de staatssecretaris beantwoord worden, maar er zijn een aantal mogelijke verklaringen voor de verschillen. Zo meet Rijdendetreinen alleen storingen die daadwerkelijk impact hebben op de treindienst voor reizigers. Storingen op bijvoorbeeld de Betuweroute (waarover alleen goederentreinen rijden) of storingen waarbij de dienstregeling niet ontregeld wordt komen over het algemeen niet terug in de statistieken. Daarnaast is Rijdendetreinen voor de statistieken afhankelijk van de kwaliteit van de reisinformatie van NS.
Meer transparantie wenselijk
Uiteraard is de huidige methode voor het meten van treinstoringen niet de meest ideale methode. Toch brengt het al veel meerwaarde: de abstracte getallen die ProRail verspreidt zijn te herleiden tot specifieke oorzaken, problematische periodes (zoals het najaar) en het is mogelijk om trends te ontdekken. Toch is het jammer dat ontwikkelaars en onafhankelijke websites veel moeite moeten steken in het verzamelen van dergelijke waardevolle informatie.
In Engeland is de Britse equivalent van ProRail, Network Rail, al een stuk verder met het beschikbaar stellen van informatie over het spoornet en de prestaties ervan. Zo hanteert Network Rail een proactief beleid voor open data en worden er per vervoerder, per regio en per periode cijfers over de punctualiteit beschikbaar gesteld. Ontwikkelaars van innovatieve apps kunnen gedetailleerde informatie opvragen over de dienstregeling, gerealiseerde punctualiteit, de positie van treinen en andere belangrijke gegevens over het spoornet.
De berichten in de media en gestelde kamervragen tonen aan dat er behoefte is aan het objectief monitoren van de prestaties van de spoorbedrijven. Willen we in Nederland een goede en inhoudelijke discussie kunnen voeren over kwaliteit van het spoor, dan moeten we het ook aandurven om de transparantie van de Britten over te nemen en belangrijke gegevens zonder beperkingen en voor iedereen beschikbaar te stellen.
Update: de staatssecretaris heeft de vragen inmiddels beantwoord.